Wat is vaccinatie?

Vaccinatie is essentieel voor de gezondheid en het welzijn van huisdieren, waaronder honden, katten, konijnen en knaagdieren. Vaccins werken door het immuunsysteem te stimuleren antilichamen en immuuncellen te produceren die schadelijke ziekteverwekkers, zoals virussen en bacteriën, kunnen bestrijden. Zonder de juiste vaccinatie lopen huisdieren het risico ernstige en potentieel dodelijke ziekten op te lopen.

Er zijn verschillende soorten vaccins beschikbaar voor verschillende soorten huisdieren. Voor katten kunnen vaccins bestaan ​​uit vaccins tegen kattenziekte, niesziekte (kattencalicivirus, kattenherpesvirus), kattenleucose en Rabiës.

  • kattenziekte, niesziekte (kattencalicivirus en kattenherpesvirus) = basisvaccinatie
  • kattenleucose = kennels, kattenhotels, katten die vaak buiten lopen en vaak in contact komen met andere katten.

Het is belangrijk om een ​​dierenarts te raadplegen om te bepalen welke vaccins geschikt zijn voor uw huisdier op basis van hun levensstijl, locatie en gezondheidsgeschiedenis.

Vaccinatieschema’s voor huisdieren variëren afhankelijk van het type vaccin. Over het algemeen hebben puppy’s en kittens een reeks vaccinaties nodig om hun immuniteit op te bouwen, terwijl volwassen huisdieren jaarlijks een herhalingsvaccinatie nodig hebben om hun bescherming te behouden. Het is belangrijk om het aanbevolen vaccinatieschema te volgen om ervoor te zorgen dat huisdieren voldoende beschermd zijn tegen infectieziekten. Helaas slaan sommige huisdiereigenaren nog steeds vaccinaties over, waardoor hun huisdieren het risico lopen op een ernstige ziekte.

Vaccinatieschema kat

Bij de fokker wordt vaak op de leeftijd van 6 weken een eerste vaccinatie gegeven tegen kattenziekte en niesziekte. De tweede vaccin volgt op de leeftijd van 9 weken en de derde op 12 weken. We kunnen uw kat beschermen tegen Kattenziekte, Niesziekte, Chlamydia, Leucose en eventueel Rabiës en Bordetella.
Na de vaccinatie op 3 maanden leeftijd, wordt de inenting jaarlijks herhaald. Vóór elke vaccinatie wordt de consultatie gestart met een volledig klinisch onderzoek.

Verchillende ziekten

Kattenziekte

Kattenziekte, ook wel panleukopenie genoemd, is een ernstige en zeer besmettelijke virale aandoening die vooral jonge, niet-gevaccineerde katten treft. Het virus, dat behoort tot de familie van de parvovirussen, richt zich voornamelijk op de snel delende cellen in het lichaam van de kat, zoals die in het maagdarmkanaal, het beenmerg en de lymfeklieren. Dit kan leiden tot een breed scala aan symptomen:

  • braken
  • diarree
  • koorts
  • verminderde eetlust
  • uitdroging
  • ernstige lethargie
  • In ernstige gevallen kan de ziekte snel dodelijk zijn, vooral bij kittens of katten met een verzwakt immuunsysteem.

De ziekte verspreidt zich via direct contact met besmette katten of via besmette voorwerpen, zoals voerbakken, beddengoed of menselijke handen. Het virus kan ook buiten het lichaam enkele dagen tot weken overleven, wat het risico op verspreiding vergroot.

Kattenziekte is niet behandelbaar met specifieke antivirale middelen, maar ondersteunende zorg zoals intraveneuze vloeistoffen, medicijnen tegen braken en antibiotica om secundaire bacteriële infecties te bestrijden, kunnen de overlevingskansen verbeteren. Vaccinatie is de belangrijkste manier om katten te beschermen tegen deze gevaarlijke ziekte. Het is van groot belang om je kat vanaf een jonge leeftijd te laten vaccineren en booster-injecties op tijd te herhalen om een goede bescherming te waarborgen.

Het virus is zeer besmettelijk voor andere katten, maar niet voor mensen (geen zoönose).

Niesziekte (kattencalicivirus en kattenherpesvirus)

Niesziekte bij katten, ook wel kattenrhinotracheïtis of feline upper respiratory disease genoemd, is een verzamelnaam voor een groep virale en bacteriële infecties die de luchtwegen van katten aantasten. Het wordt meestal veroorzaakt door twee hoofdvirussen: het feline herpesvirus (FHV-1) en het feline calicivirus (FCV). In sommige gevallen kunnen ook bacteriën zoals Chlamydia of Mycoplasma bijdragen aan de ziekte.

Symptomen van niesziekte lijken op een verkoudheid bij mensen, wordt het vaak verward met minder ernstige aandoeningen.

  • niezen
  • een verstopte of loopneus
  • oogafscheiding, hoesten (korstjes of bruine strepen)
  • verminderd eetlust
  • koorts
  • vermoeidheid
  • kan in ernstige gevallen leiden tot longontsteking, vooral bij jonge, oude of verzwakte katten.

De ziekte is zeer besmettelijk en kan zich gemakkelijk verspreiden via direct contact met besmette katten of door gedeelde voorwerpen zoals voerbakken, beddengoed of speelgoed. Hoewel er geen genezing voor de virussen zelf is, kunnen de symptomen vaak goed behandeld worden met ondersteunende zorg, zoals vochttherapie, antibiotica tegen secundaire bacteriële infecties en antivirale middelen om de virale belasting te verminderen.

Vaccinatie is de beste manier om je kat te beschermen tegen niesziekte. Het wordt aanbevolen om kittens op jonge leeftijd te vaccineren en jaarlijkse vaccinaties te herhalen voor een langdurige bescherming.

De ziekte is zeer besmettelijk voor andere katten, maar niet voor mensen (geen zoönose).

Kattenleucose

Kattenleucose, ook wel Feline Leukemia Virus (FeLV) genoemd, is een ernstige virale infectie die het immuunsysteem van katten aantast. Het virus kan leiden tot een verminderde afweer, waardoor de kat vatbaarder wordt voor andere infecties, kanker en bloedarmoede. Katten die besmet zijn met FeLV kunnen vaak lange tijd geen symptomen vertonen, maar het virus beschadigt langzaam hun gezondheid, wat kan resulteren in chronische ziekten of plotselinge sterfte.

FeLV wordt voornamelijk overgedragen via speeksel, bloed, urine en andere lichaamsvloeistoffen. Dit betekent dat katten het virus kunnen oplopen door direct contact met besmette katten, zoals via vechten, likken of het delen van eet- en drinkbakken. Het virus kan ook worden overgedragen van een moederkat op haar kittens via de placenta of moedermelk.

Symptomen van kattenleucose kunnen variëren, maar veel voorkomende tekenen zijn:

  • gewichtsverlies
  • lusteloosheid
  • koorts
  • bloederige of verkleurde urine
  • bloedarmoede
  • infecties die moeilijk te behandelen zijn.
  • In sommige gevallen kan het virus ook leiden tot tumoren, vooral in de lymfeklieren of andere organen.

Er is geen genezing voor kattenleucose, maar het is wel mogelijk om de ziekte te voorkomen door vaccinatie. FeLV-vaccinatie is vooral belangrijk voor katten die buiten komen of in contact komen met andere katten. Regelmatige veterinaire controles en het beperken van contact met besmette katten kunnen ook helpen om de verspreiding van de ziekte te voorkomen. Het is belangrijk om te weten dat besmette katten vaak korter leven dan gezonde katten, maar met de juiste zorg kunnen ze een redelijk goede kwaliteit van leven behouden.

Het virus is zeer besmettelijk voor andere katten, maar niet voor mensen (geen zoönose).

Rabiës

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, is een dodelijke virale ziekte die zowel mensen als dieren kan aantasten, inclusief katten. Het wordt overgedragen, tussen dieren of naar de mens, via een lik, bijt of krab van een dier dat besmet is. Het is een ziekte die wereldwijd gekend is en voorkomt. Dankzij vaccinatie en goede kennis zijn er in onze regio weinig tot geen gevallen meer van Rabiës. Risicogebieden zijn vooral Afrikaanse en Aziatische subtropische gebieden, alsook Midden-Amerika of Centraal-Europa. Daarom is het belangrijk bij reizen of adopteren uit het buitenland dat de honden en personen gevaccineerd worden tegen Rabiës.

Rabiës bij dieren kan voorkomen in twee vormen:

  • Mentale vorm: extreme opwinding en agressie, soms afgewisseld met periodes van depressie. Het dier bijt in zijn poten en valt levenloze voorwerpen, andere dieren of mensen aan.
  • Verlammende vorm: dier dat gewoonlijk bang is voor mensen, niet meer bang voor hen. Als het dier normaal een nachtdier is, wordt het overdag actief. Het kan ook depressief of amorf worden en zich terugtrekken in geïsoleerde gebieden. Symptomen van gedeeltelijke of volledige verlamming vertonen (Overmatig speekselen, en abnormale gezichtsuitdrukking, het ineenzakken van het hoofd en de kaak, het produceren van vreemde geluiden). Verlamming van het lichaam begint meestal met de achterpoten en breidt zich uit naar de rest van het lichaam.

Rabiës begint bij mensen met griepachtige verschijnselen, zoals koorts. Vervolgens kan u spierkrampen, stuipen en verlammingsverschijnselen krijgen. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen op en soms watervrees. De incubatietijd van het virus is over het algemeen 20 tot 90 dagen. Het virus verspreidt zich naar het centrale zenuwstelsel. Dit leidt vervolgens tot een progressieve en fatale ontsteking van de hersenen en het ruggenmerg. De ziekte kan worden behandeld, maar niet worden genezen. Zelfs bij behandeling van rabiës zijn er ernstige neurologische nawerkingen. Ben je gebeten, gekrabd of gelikt door een vleermuis of een ander van hondsdolheid verdacht dier, neem dan direct contact op met een arts.

De diagnose rabiës kan meestal pas worden gesteld als het al te laat is voor behandeling, als de patiënt al ernstige symptomen heeft. Daarom is de preventieve behandeling a.d.h.v. vaccinatie van groot belang om deze ziekte tegen te gaan

  • Vaccinatie tegen Rabiës is verplicht bij honden en katten van het moment ze reizen van en naar België.
  • De vaccinatie dient 3 weken voor het oversteken van de grens gegeven te worden.
  • In sommige landen is het ook verplicht een Rabiëstiter aan te vragen bij een labo.
  • Een vaccinatie is steeds 3 jaar geldig.
  • Het vaccin mag vanaf 12 weken leeftijd worden gegeven.

Na een verwonding kan behandeling voorkomen dat het virus in het zenuwstelsel terecht komt. Een onbehandelde rabiësinfectie is altijd dodelijk. Na een (mogelijke) besmetting met hondsdolheid moet binnen 24 uur een behandeling worden ingesteld met antistoffen en vaccinaties.

België is sinds 2001 officieel vrij van rabiës. De kans om in ons land besmet te raken is daarom erg klein.

Rabiës is zeer besmettelijk via een krab of beet van besmet dier en is een dodelijke virusziekte, zowel voor mens als dier. (zoönose)

Zie ook: vaccinatie hond en vaccinatie konijn